BasisBijbel

Micha 1:9-16 BasisBijbel (BB)

9. Want de wonden van Juda zijn niet meer te genezen. Ze zijn dodelijk. De ellende komt over heel Juda, tot aan de poorten van Jeruzalem.

10. Zorg dat de stad Gat het niet te weten komt! Zorg dat je daar niet huilt! De bewoners van Afra zijn wanhopig.

11. De [ gevangen genomen ] bewoners van Safir komen naakt voorbij. De bewoners van Saänan durven hun huis niet uit te gaan. In Bet-Haëzel zijn de mensen doodsbang. Niemand is er nog veilig.

12. De bewoners van Marot hoopten op iets goeds. Maar de Heer gaf hun ellende. De straf van de Heer komt tot aan de poorten van Jeruzalem.

13. Bewoners van Lachis, span de paarden voor de strijdwagens! In Lachis is de ongehoorzaamheid aan de Heer begonnen. Van daaruit heeft die zich tot aan Jeruzalem verspreid.

14. Geef [ afscheids ]geschenken aan de stad Moreset-Gat. Verwacht uit Akzib geen hulp voor de koningen.

15. Maresa, de Heer zal opnieuw een veroveraar laten komen. Hij zal komen tot aan Adullam. Hij komt, de machtige van Israël.

16. Scheer je haar af [ als teken van verdriet ]. Maak je hoofd zo kaal als dat van een gier. Want de kinderen waar jullie zoveel van houden, worden gevangen meegenomen door de vijand.