Micha

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7

BasisBijbel

Micha 3 BasisBijbel (BB)

1. [ Micha zegt: ] Luister, leiders van het volk Israël. Jullie zouden toch moeten weten wat eerlijk en rechtvaardig is?

Micha beschuldigt de leiders van het volk

2. Maar jullie haten het goede en houden van het kwaad. Jullie nemen de mensen alles af.

3. Jullie worden rijk van mijn volk. Zoals je een dier de huid afstroopt, de botten breekt en de stukken vlees in de kookpot stopt, zo doen jullie met de mensen. Er blijft niets van hen over.

4. Als jullie in die tijd de Heer om hulp roepen, zal Hij jullie niet antwoorden. Hij zal zich voor jullie verbergen, omdat jullie zulke slechte dingen doen.

5. Dit zegt de Heer tegen de profeten die mijn volk bedriegen: zolang ze te eten krijgen, profeteren ze vrede. Maar tegen mensen die hun niets geven, roepen ze de oorlog uit.

6. Omdat jullie leugens profeteren, zal het nacht voor jullie worden. Omdat jullie aan waarzeggerij doen, zal het donker worden en zullen jullie niets [ van de toekomst ] kunnen zien. Zo zal de zon voor hen ondergaan en de dag zal voor deze profeten veranderen in nacht.

7. De profeten zullen voor schut staan. De waarzeggers zullen niets weten te zeggen. Ze zullen een doek voor hun gezicht slaan, omdat ze zich schamen dat ze geen boodschap van de goden voor de mensen hebben.

8. – Maar ík ben vol van de kracht van de Geest van de Heer. Ik ben vol recht en vol kracht. Ik vertel het volk Israël dat ze verkeerd hebben gedaan.

9. Luister, leiders van het volk Israël! Jullie hebben een hekel aan eerlijke rechtspraak.

10. Jullie bouwen Jeruzalem op bloed en oneerlijkheid.

11. De rechters laten zich omkopen. De priesters willen betaald worden om de mensen les te geven in Gods woord. De profeten laten zich betalen om te waarzeggen. En dan beweren ze ook nog, dat de Heer met hen is. Ze zeggen: "De Heer is toch met ons? Er zal ons niets gebeuren."

12. Omdat jullie dit gedaan hebben, zal de berg Sion als een akker worden omgeploegd. Van Jeruzalem zullen alleen puinhopen overblijven. Op de top van de berg waar nu de tempel staat, zullen bomen en struiken groeien.