BasisBijbel

Matteüs 9:29-38 BasisBijbel (BB)

29. Hij raakte hun ogen aan en zei: "Ik wil dat gebeurt wat jullie geloven."

30. Toen konden de mannen zien. Jezus zei heel streng tegen hen: "Vertel dit aan niemand!"

31. Maar toen ze vertrokken waren, vertelden ze in de wijde omgeving wat Hij had gedaan.

32. Daarna werd er een man bij Hem gebracht die niet kon praten. Dat kwam doordat er een duivelse geest in hem zat.

33. Nadat de duivelse geest uit de man was weggejaagd, kon de man praten. De mensen waren stomverbaasd. Ze zeiden: "Zoiets is nog nooit in Israël gebeurd!"

34. Maar de Farizeeërs zeiden: "Hij jaagt de duivelse geesten eruit met de hulp van de leider van de duivelse geesten!"

35. Jezus reisde langs alle steden en dorpen. Hij gaf de mensen les in hun synagogen. Hij vertelde het goede nieuws van het Koninkrijk. En Hij genas alle ziekten en kwalen.

36. Toen Hij de grote groepen mensen zag, had Hij heel veel medelijden met hen. Want ze waren moe en hulpeloos, zoals schapen die geen herder hebben.

37. En Hij zei tegen de leerlingen: "De oogst is wel groot, maar er zijn te weinig arbeiders.

38. Bid daarom tot de Heer van de oogst dat Hij arbeiders stuurt om de oogst binnen te halen."