BasisBijbel

Matteüs 26:69-75 BasisBijbel (BB)

69. Petrus zat buiten op de binnenplaats. Er kwam een slavin naar hem toe. Ze zei: "Jij was ook bij Jezus, de Galileër."

70. Maar hij antwoordde: "Ik weet niet waar je het over hebt." Iedereen hoorde hem dat zeggen.

71. Toen hij naar de poort ging, zag een andere slaaf hem. De slaaf zei tegen de mannen die daar ook stonden: "Die man was ook bij Jezus van Nazaret."

72. Maar Petrus zwoer: "Ik zweer dat ik die Man niet ken."

73. Even later kwamen de mannen die daar stonden naar Petrus toe en zeiden: "Ja hoor, jij hoort ook bij Hem, we horen het aan de manier waarop je praat."

74. Toen zei hij opnieuw: "Ik zweer dat ik die Man helemaal niet ken!"

75. Op dat moment kraaide er een haan. Petrus herinnerde zich opeens wat Jezus had gezegd: 'Voordat de haan kraait, zul je drie keer hebben gezegd dat je Mij niet kent.' En hij liep naar buiten en begon vreselijk te huilen.