BasisBijbel

Matteüs 24:35-51 BasisBijbel (BB)

35. De hemel en de aarde zullen ophouden te bestaan. Maar mijn woorden zullen altijd blijven.

36. Maar niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen zijn. Ook de hemelse engelen weten dat niet. [ Ook de Zoon weet dat niet. ] Alleen mijn Vader weet het.

37. Zoals het ging in de tijd van Noach, zo zal het ook gaan als de Mensenzoon terugkomt.

38. Want in die tijd, vóór de grote overstroming, gingen de mensen gewoon hun gang. Ze aten en dronken en trouwden, tot op de dag dat Noach aan boord van zijn boot ging.

39. Ze hadden niets in de gaten. Toen kwam de grote overstroming en ze verdronken allemaal. Zo zal het ook gaan als de Mensenzoon komt.

40. Twee mensen zullen in het veld aan het werk zijn. De één zal plotseling meegenomen worden, de ander niet.

41. Twee vrouwen zullen graan aan het malen zijn. De één zal plotseling meegenomen worden, de ander niet.

42. Let daarom goed op. Want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt.

43. Als de bewoner van een huis had geweten hoe laat de dief zou komen, zou hij opgebleven zijn. Hij zou niet in zijn huis hebben laten inbreken. Onthoud dat goed!

44. Daarom moeten jullie ook goed opletten. Want de Mensenzoon zal onverwachts komen.

45. Een trouwe en verstandige dienaar krijgt van zijn heer de leiding over de andere dienaren. Hij moet voor hen zorgen. Wie van jullie zal net zo doen als hij?

46. Wat is het heerlijk voor die dienaar als hij met zijn werk bezig is als zijn heer terugkomt.

47. Luister goed! Ik zeg jullie dat zijn heer hem de leiding zal geven over alles wat hij bezit.

48. Maar stel dat hij een slechte dienaar is. Stel dat hij bij zichzelf zou zeggen: 'Mijn heer blijft nog wel een poosje weg.'

49. En hij zou de andere dienaren mishandelen en met dronkenlappen gaan zitten drinken.

50. Dan komt zijn heer onverwachts terug, op een moment dat de dienaar hem niet verwacht.

51. En zijn heer zal hem gevangen zetten. Hij zal hem dezelfde straf geven als de schijnheilige mensen. Dan zal die dienaar huilen en met zijn tanden knarsen [ van spijt ]."