BasisBijbel

Matteüs 14:24-36 BasisBijbel (BB)

24. De boot was intussen midden op het meer. Ze hadden veel last van de golven, want ze hadden de wind tegen.

25. Om ongeveer 4 uur 's morgens kwam Jezus naar hen toe, lopend over het meer.

26. Toen de leerlingen Hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: "Een spook!" en ze schreeuwden van angst.

27. Onmiddellijk zei Jezus tegen hen: "Rustig maar! IK BEN het, wees maar niet bang."

28. Petrus antwoordde: "Heer, als U het bent, beveel mij dan om over het water naar U toe te komen!"

29. Jezus zei: "Kom!" Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe.

30. Maar toen hij op de wind ging letten, werd hij bang en hij begon te zinken. Hij schreeuwde: "Heer, red mij!"

31. Onmiddellijk stak Jezus zijn hand uit en greep hem. En Hij zei: "Je hebt niet genoeg geloof! Waarom ging je twijfelen?"

32. Ze klommen in de boot. Toen ging de wind liggen.

33. De leerlingen in de boot vielen voor Hem op hun knieën en zeiden: "U bent werkelijk de Zoon van God!"

34. Toen ze waren overgestoken, gingen ze in Gennésaret aan land.

35. Zodra de mannen van die stad Hem herkenden, stuurden ze het nieuws rond in de hele omgeving. Toen brachten de bewoners iedereen die heel erg ziek was naar Hem toe.

36. En de zieken smeekten Hem of ze Hem mochten aanraken, al was het maar de onderrand van zijn kleren. En iedereen die Hem aanraakte werd gezond.