BasisBijbel

Matteüs 14:20-30 BasisBijbel (BB)

20. Alle mensen aten tot ze genoeg hadden. Toen haalden ze de stukken op die waren overgebleven: twaalf manden vol.

21. Er hadden ongeveer 5000 mannen gegeten. Vrouwen en kinderen waren daarbij nog niet meegeteld.

22. Onmiddellijk daarna zei Jezus tegen de leerlingen dat ze alvast voor Hem uit naar de overkant moesten varen. Zelf wilde Hij eerst de mensen naar huis sturen.

23. Daarna ging Hij helemaal alleen de berg op om te bidden. Toen het avond werd, was Hij daar alleen.

24. De boot was intussen midden op het meer. Ze hadden veel last van de golven, want ze hadden de wind tegen.

25. Om ongeveer 4 uur 's morgens kwam Jezus naar hen toe, lopend over het meer.

26. Toen de leerlingen Hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: "Een spook!" en ze schreeuwden van angst.

27. Onmiddellijk zei Jezus tegen hen: "Rustig maar! IK BEN het, wees maar niet bang."

28. Petrus antwoordde: "Heer, als U het bent, beveel mij dan om over het water naar U toe te komen!"

29. Jezus zei: "Kom!" Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe.

30. Maar toen hij op de wind ging letten, werd hij bang en hij begon te zinken. Hij schreeuwde: "Heer, red mij!"