BasisBijbel

Matteüs 13:18-27 BasisBijbel (BB)

18. [ Jezus zei: ] "Luister nu. Ik zal jullie uitleggen wat het verhaal van de zaaier betekent.

19. Als je het goede nieuws van het Koninkrijk van God hoort, maar het niet begrijpt, komt de duivel en steelt wat er in je hart was gezaaid. Dat is het zaad dat langs de weg viel.

20. Er zijn ook mensen die het woord [ van God ] horen en het onmiddellijk blij geloven. Dat is het zaad dat op rotsgrond viel.

21. Want het geloof van die mensen heeft geen wortels: hun geloof zit niet diep. Ze geloven wel een tijdje, maar als er problemen en moeilijkheden komen omdat ze het woord geloven, verliezen ze hun geloof.

22. Er zijn ook mensen die het woord horen, maar hun geloof wordt verstikt door de zorgen van de wereld en het verlangen naar geld. Er groeit geen vrucht aan hen. Zij zijn het zaad dat in de distels is gezaaid.

23. Het zaad dat in goede aarde is gevallen, zijn de mensen die het woord horen en begrijpen en aan wie ook vrucht groeit. Bij sommigen 100 keer zo veel, bij sommigen 60 keer zo veel en bij sommigen 30 keer zo veel [ als dat er gezaaid was ]."

24. Jezus vertelde hun nog iets in de vorm van een verhaal. Hij zei: "Je kan het Koninkrijk van God vergelijken met een boer die goed zaad had gezaaid in zijn akker.

25. Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand. Hij zaaide onkruid over het gezaaide graan heen. Daarna ging hij weg.

26. Toen kwam het graan op en er groeiden graankorrels aan. Maar ook het onkruid kwam tevoorschijn.

27. De knechten gingen naar de boer en zeiden tegen hem: 'U had toch goed zaad op uw akker gezaaid? Hoe kan het dan dat er zoveel onkruid staat?'