BasisBijbel

Matteüs 12:19-34 BasisBijbel (BB)

19. Hij zal geen ruzie maken en niet schreeuwen. Niemand zal op de pleinen zijn stem horen.

20. Een geknakte rietstengel breekt Hij niet af. Een walmende olielamp blaast Hij niet uit. Hij zal door het oordeel laten zien dat rechtvaardigheid overwint.

21. En Hij zal alle volken hoop geven, omdat Hij hen zal redden.'

22. Toen brachten de mensen een man naar Jezus toe. De man was blind en kon ook niet praten. Dat kwam doordat er een duivelse geest in hem zat. Jezus maakte de man gezond, zodat hij kon praten en zien.

23. De mensen waren stomverbaasd en zeiden: "Zou Hij de Zoon van David zijn?"

24. Maar toen de Farizeeërs dat hoorden, zeiden ze: "Hij kan alleen maar de duivelse geesten wegjagen doordat Hij die macht heeft gekregen van Beëlzebul, de leider van de duivelse geesten."

25. Jezus wist wat ze dachten. Hij zei tegen hen: "Als een koninkrijk uiteenvalt in verschillende partijen die tegen elkaar strijden, zal dat koninkrijk zichzelf vernietigen.

26. En als de duivel de duivelse geesten wegjaagt, dan strijdt de duivel tegen zichzelf. Hoe zal zijn koninkrijk dan kunnen blijven bestaan?

27. En als Ik met de hulp van Beëlzebul de duivelse geesten wegjaag, door wie doen jullie zonen het dan? Daarom zullen zij jullie rechters zijn [ en jullie veroordelen ].

28. Maar als Ik door de Geest van God de duivelse geesten wegjaag, dan is het Koninkrijk van God bij jullie gekomen.

29. Hoe kun je het huis van een sterke man binnengaan en zomaar zijn spullen stelen, als je niet eerst die sterke man hebt vastgebonden? Pas dan zul je zijn huis kunnen leeghalen.

30. Als je niet vóór Mij bent, ben je tégen Mij. En als je niet met Mij bij elkaar brengt, dan jaag je uit elkaar.

31. Daarom zeg Ik jullie dat de mensen vergeving kunnen krijgen voor alles waarin ze ongehoorzaam zijn geweest aan God. Maar als iemand [ expres ] de Heilige Geest beledigt, zal God hem dat niet vergeven.

32. Als iemand de Mensenzoon beledigt, dan zal God hem dat vergeven. Maar als iemand [ expres ] de Heilige Geest beledigt, dan zal God hem dat niet vergeven. Niet nu, in deze wereld, en niet later, in de wereld die nog komen gaat.

33. Als je zegt dat de boom goed is, moet je ook zijn vruchten goed vinden. En als je de boom slecht vindt, moet je ook zijn vruchten slecht vinden. Want aan de vruchten kun je zien of een boom goed is of slecht.

34. Jullie zijn achterbaks en slecht! Hoe zouden jullie dan iets goeds kunnen zeggen? Want jullie zijn slecht. Iemands woorden verraden wat er in zijn hart is.