BasisBijbel

Matteüs 10:15-27 BasisBijbel (BB)

15. Luister goed! Ik zeg jullie dat het voor de streek van Sodom en Gomorra minder erg zal zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad.

16. Ik stuur jullie als schapen onder de wolven. Wees daarom net zo voorzichtig en slim als slangen, en net zo onschuldig als duiven.

17. Maar pas op voor de mensen. Want ze zullen jullie gevangen nemen en voor de rechter slepen. En ze zullen jullie zweepslagen geven in hun synagogen.

18. Jullie zullen ook voor bestuurders van provincies en voor koningen en keizers terecht staan omdat jullie in Mij geloven. Jullie zullen hun en de volken over Mij vertellen.

19. Als ze jullie gevangen nemen, maak je dan geen zorgen wat jullie moeten zeggen. Want jullie zullen de woorden krijgen op het moment dat jullie ze nodig hebben.

20. Want jullie zullen niet zelf spreken. Maar de Geest van jullie Vader zal door jullie heen spreken.

21. En een man zal zijn eigen broer laten doden. Een vader zal zijn eigen zoon laten doden. Kinderen zullen hun ouders laten doden.

22. Iedereen zal jullie haten omdat jullie in Mij geloven. Maar jullie moeten tot het einde volhouden. Dan zullen jullie worden gered.

23. Als de mensen jullie in de ene stad vervolgen, vlucht dan naar een andere stad. Want luister goed! Jullie zullen niet in alle steden van Israël zijn geweest, voordat de Mensenzoon komt.

24. Een leerling is niet beter dan zijn leermeester. En een slaaf is niet belangrijker dan zijn heer.

25. Voor een leerling is het genoeg om net zo goed te worden als zijn leermeester. En voor een slaaf is het genoeg om gelijk te worden aan zijn heer. Als de mensen de heer van het huis 'Beëlzebul' [ (= de leider van de duivelse geesten) ] noemen, dan zullen ze de dienaren die in zijn huis wonen, ook zo noemen!

26. Wees niet bang voor hen. Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden.

27. Wat Ik jullie in het donker zeg, moeten jullie in het licht zeggen. Wat Ik jullie in het oor fluister, moeten jullie vanaf de daken roepen.