Matteüs

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28

BasisBijbel

Matteüs 6 BasisBijbel (BB)

1. [ Jezus zei tegen zijn leerlingen: ] "Wees goed voor andere mensen. Maar doe dat niet om iedereen te laten zien hoe geweldig je bent. Want dan krijg je geen beloning van je hemelse Vader.

Lessen over het geven van geld

2. Als je een bedelaar iets geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. De schijnheilige mensen in de synagogen en op straat doen dat wél. Want zij willen graag door de mensen geprezen worden. Luister goed! Ik zeg jullie dat ze hun hele beloning al hebben gekregen.

3. Maar als je een bedelaar iets geeft, zorg er dan voor dat je linkerhand niet weet wat je rechterhand doet.

4. Zo is het geheim wat je gedaan hebt. En je Vader, die de verborgen dingen ziet, zal je er openlijk voor belonen."

5. [ Jezus zei tegen zijn leerlingen: ] "En bid niet op dezelfde manier als de schijnheilige mensen. Zij staan graag in de synagoge en op de hoeken van de pleinen te bidden. Want ze willen dat de mensen het zien. Luister goed! Ik zeg jullie dat ze hun hele beloning al hebben gekregen.

Lessen over bidden

6. Maar als je bidt, ga dan je kamer in en doe de deur dicht. Bid dan tot je Vader terwijl niemand het ziet. En je Vader, die de verborgen dingen ziet, zal je er openlijk voor belonen.

7. En gebruik bij het bidden niet heel veel woorden door steeds hetzelfde te zeggen, zoals de andere volken doen. Want zij denken dat als ze hun woorden maar steeds herhalen, hun goden zullen doen wat ze van hen vragen.

8. Doe niet net als zij. Want jullie Vader weet wat jullie nodig hebben. Hij weet dat al vóórdat jullie Hem er om hebben gebeden!

9. Maar bid het volgende:Onze hemelse Vader, laten alle mensen diep ontzag voor U krijgen.

10. Laat uw Koninkrijk komen. Laat op aarde worden gedaan wat Ú wil, net zoals in de hemel wordt gedaan wat U wil.

11. Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben.

12. Vergeef ons wat we verkeerd doen, net zoals wij ook de mensen vergeven die verkeerd tegen óns doen.

13. En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen. Zo is het!

14. Als jullie de mensen vergeven wat ze verkeerd doen, zal jullie hemelse Vader jullie ook vergeven wat jullie verkeerd doen.

15. Maar als jullie andere mensen niet vergeven, zal jullie Vader jullie ook niet vergeven.

16. En als jullie een dag niets eten [ om je op God te richten ], laat dat dan niet aan de mensen merken. De schijnheilige mensen laten dat wél aan iedereen zien. Ze zetten een heel somber gezicht op, kammen hun haar niet en wassen hun gezicht niet, zodat iedereen het weet. Luister goed! Ik zeg jullie dat ze hun hele beloning al hebben gekregen.

17. Maar jullie zeg Ik: als jullie niets eten [ om je op God te richten ], kam dan gewoon je haar en was gewoon je gezicht.

18. Dan weten de mensen het niet, maar alleen jullie Vader weet het, want Hij ziet de verborgen dingen. En Hij zal jullie er openlijk voor belonen."

19. [ Jezus zei tegen zijn leerlingen: ] "Verzamel geen rijkdommen op aarde. Want je schatten gaan kapot door de motten en de roest, en dieven breken in en stelen ze.

Rijkdom

20. Verzamel liever rijkdommen in de hemel. Die schatten gaan niet kapot door motten en roest, en daar zijn geen dieven die inbreken of stelen.

21. Onthoud goed: waar je rijkdommen zijn, daar zal ook je hart zijn."

22. [ Jezus zei tegen zijn leerlingen: ] "Je ogen zijn de lamp van je lichaam. Als je manier van kijken goed is, zal je hele lichaam verlicht zijn.

Licht en donker

23. Maar als je manier van kijken slecht is, is je hele lichaam donker. Als nu wat licht in je had moeten zijn, donker is, wat zal het donker dan donker zijn!

24. Je kan nooit twee heren dienen. Want je zal altijd meer van de één dan van de ander houden. Je kan niet God dienen, én Mammon."

25. [ Jezus zei tegen zijn leerlingen: ] "Daarom zeg Ik jullie: maak je nergens zorgen over. Niet of je wel eten en drinken zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleren?

Niet bezorgd zijn

26. Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren. Jullie hemelse Vader geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels?

27. Wie van jullie kan door zich zorgen te maken, ook maar één centimeter groeien [ of ook maar één dag langer leven ]?

28. En waarom maken jullie je zorgen over kleren? Kijk eens naar de bloemen in het gras. Kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet.

29. Maar Ik zeg jullie dat zelfs koning Salomo met al zijn rijkdom er niet zo schitterend uitzag als die bloemen.

30. Het gras staat er maar één dag, want morgen wordt het als brandstof in de oven gegooid. Toch kleedt God dat gras zó mooi met bloemen aan. Dan zal Hij jullie toch zeker óók aankleden? Wat is jullie geloof toch klein!

31. Wees dus nergens bezorgd over. Pieker niet: 'Wat moeten we eten?' Of: 'Wat moeten we drinken?' Of: 'Wat moeten we aantrekken?'

32. De mensen van de andere volken doen dat wél. Maar jullie hemelse Vader weet dat jullie deze dingen nodig hebben.

33. Geef het Koninkrijk van God en het doen van Gods wil de eerste plaats in jullie leven. Dan zal Hij jullie al deze dingen geven.

34. Maak je dus geen zorgen over de volgende dag. Want de volgende dag zal weer zijn eigen zorgen met zich meebrengen. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen problemen."