BasisBijbel

Matteüs 17:1-18 BasisBijbel (BB)

1. Zes dagen later nam Jezus alleen Petrus, Jakobus en Johannes (de broer van Jakobus) mee een hoge berg op.

2. En ze zagen Hem plotseling veranderen. Zijn gezicht begon te stralen als de zon en zijn kleren werden zo wit als het licht.

3. Plotseling zagen ze Mozes en Elia met Jezus spreken.

4. Petrus zei tegen Jezus: "Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U dat wil, zal ik hier drie tenten neerzetten. Eén voor U, één voor Mozes en één voor Elia."

5. Op datzelfde moment kwam er een stralende wolk om hen heen. En een stem zei vanuit de wolk: "Dit is mijn Zoon, van wie Ik heel veel houd. Ik ben erg blij met Hem. Luister naar Hem."

6. Toen de leerlingen dit hoorden, lieten ze zich op de grond vallen van angst.

7. Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: "Sta op, wees maar niet bang."

8. Toen ze opkeken, zagen ze niemand meer. Alleen Jezus was er nog.

9. Terwijl ze de berg afdaalden, zei Jezus tegen hen: "Vertel niemand wat jullie hebben gezien. Jullie mogen het pas vertellen als de Mensenzoon uit de dood is opgestaan."

10. De leerlingen vroegen Hem: "Hoe kan het dan dat de wetgeleerden zeggen dat eerst Elia nog moet komen?"

11. Hij antwoordde: "Ja, Elia zal eerst komen en alles weer goed maken.

12. Maar Ik zeg jullie dat Elia al gekomen is. Maar ze hebben hem niet herkend. En ze hebben met hem gedaan wat ze wilden. Op dezelfde manier zal ook de Mensenzoon door hen moeten lijden."

13. Toen begrepen de leerlingen dat Hij het over Johannes de Doper had.

14. Ze kwamen bij de grote groep mensen [ onder aan de berg ]. Er kwam een man naar Hem toe. Hij knielde voor Hem neer en zei:

15. "Heer, help mijn zoon alstublieft. Want er zit een duivelse geest in hem. Het gaat heel slecht met hem. Want hij valt vaak in het vuur of in het water.

16. Ik heb hem naar uw leerlingen gebracht, maar ze konden hem niet genezen."

17. Jezus antwoordde: "Wat zijn jullie toch ongelovige en slechte mensen! Hoelang zal Ik nog bij jullie zijn? Hoelang zal Ik jullie nog moeten verdragen? Breng hem bij Mij."

18. Jezus sprak streng tegen de duivelse geest in de jongen en de geest ging uit de jongen weg. Vanaf dat moment was de jongen gezond.