BasisBijbel

Markus 8:11-24 BasisBijbel (BB)

11. De Farizeeërs kwamen naar Jezus toe en begonnen ruzie met Hem te maken. Ze vroegen Hem om een teken van God te laten zien. [ Ze wilden dat Hij bewees wie Hij was ]. Dat vroegen ze om Hem uit te dagen.

12. Hij zuchtte diep en zei: "Waarom willen jullie zo graag een teken zien? Luister goed: jullie krijgen geen teken!"

13. En Hij liet hen daar staan, stapte weer in de boot en vertrok naar de overkant.

14. De leerlingen hadden vergeten om brood mee te nemen. Ze hadden maar één brood bij zich in de boot en verder niets.

15. Jezus waarschuwde hen: "Pas goed op voor de gist van de Farizeeërs en van Herodes."

16. De leerlingen zeiden tegen elkaar: "Dat zegt Jezus vast omdat we geen brood hebben."

17. Toen Jezus dat merkte, zei Hij: "Waarom hebben jullie het er over dat jullie geen brood hebben? Zien jullie het dan nóg niet? Begrijpen jullie het nóg niet? Hebben jullie zo'n hard hart?

18. Hebben jullie ogen die niets zien en oren die niets horen?

19. Weten jullie niet meer wat er gebeurde toen Ik de vijf broden brak voor de 5000 mensen? Hoeveel manden vol brood hadden jullie toen over?" Ze antwoordden: "Twaalf."

20. "En bij de zeven broden voor de 4000 mensen? Hoeveel manden vol brood hadden jullie toen over?"

21. En ze zeiden: "Zeven." En Hij zei tegen hen: "Waarom begrijpen jullie het nog steeds niet?"

22. Ze kwamen bij Betsaïda. Daar brachten de mensen een blinde man naar Jezus toe. Ze smeekten Hem om hem aan te raken.

23. Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Toen spuugde Hij in zijn ogen, legde hem de handen op en vroeg hem: "Zie je iets?"

24. De man keek op en zei: "Ik zie de bomen. Nee, het moeten mensen zijn, want ze lopen."