BasisBijbel

Markus 5:6-16 BasisBijbel (BB)

6. Toen hij Jezus in de verte zag, liep hij naar Hem toe. Hij liet zich voor Hem op zijn knieën vallen en riep luid:

7. "Wat moet U van mij, Jezus, Zoon van de Allerhoogste God? Zweer me bij God dat U mij geen pijn zal doen!"

8. Want Jezus had tegen hem gezegd: "Duivelse geest, ga weg uit deze man!"

9. En Hij vroeg hem: "Hoe heet je?" En hij antwoordde: "Ik heet 't Leger, want wij zijn met een heleboel."

10. En hij smeekte Hem om hen niet uit die streek weg te jagen.

11. Op de berghelling werd een grote kudde varkens gehoed.

12. En de geesten smeekten Jezus: "Mogen we alstublieft in die varkens gaan!"

13. Dat vond Hij goed. De duivelse geesten vertrokken uit de man en gingen in de varkens. Toen sloeg de hele kudde van ongeveer 2000 dieren op hol. De varkens stortten van de steile berghelling af, het meer in. Alle dieren verdronken.

14. De herders van de kudde varkens vluchtten weg. Ze vertelden overal in de stad en in de omgeving wat er was gebeurd. En de bewoners kwamen kijken wat er aan de hand was.

15. Ze kwamen bij Jezus en bekeken de man in wie het leger duivelse geesten had gewoond en die gek geweest was. Ze zagen dat hij aangekleed en helemaal normaal bij Jezus zat. Ze werden er bang van.

16. De mensen die het hadden zien gebeuren, vertelden aan iedereen die kwam kijken wat er met de gek en met de varkens was gebeurd.