BasisBijbel

Markus 4:29-40 BasisBijbel (BB)

29. Zodra het graan rijp is, laat hij het maaien. Want dan is het tijd voor de oogst.

30. Hoe zal Ik het Koninkrijk van God nog meer uitleggen? Waarmee kun je het nog meer vergelijken?

31. Je kan het ook vergelijken met een mosterdzaadje. Op het moment dat het wordt gezaaid, is het maar een heel klein zaadje.

32. Maar als het opkomt, wordt het groter dan alle tuinkruiden. Het krijgt zulke grote takken dat de vogels er hun nesten tussen kunnen bouwen."

33. Met nog veel meer van zulke verhalen vertelde Hij hun het woord. Want dat was voor hen de enige manier waarop ze het konden horen.

34. Hij vertelde hun alles in de vorm van een verhaal. En elke keer nam Hij zijn leerlingen apart en legde hun alles uit.

35. Toen het al laat was geworden, zei Jezus: "Laten we naar de overkant van het meer varen."

36. Ze verlieten de grote groepen mensen en voeren weg met Jezus die al in de boot zat. Er voeren nog andere bootjes met hen mee.

37. Het begon te stormen. De golven sloegen in de boot, zodat hij volliep.

38. Maar Jezus Zelf lag achter in de boot tegen het kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en riepen: "Meester! Kan het U dan niets schelen dat we zinken?"

39. Jezus werd wakker en zei streng tegen de wind en het meer: "Zwijg! Wees stil!" En de wind ging liggen en het water werd helemaal rustig.

40. Hij zei tegen hen: "Waarom waren jullie zo bang? Waarom hebben jullie geen geloof?"