BasisBijbel

Markus 4:14-26 BasisBijbel (BB)

14. De zaaier zaait het woord [ van God ].

15. Het zaad langs de weg zijn de mensen die het woord horen, maar bij wie de duivel onmiddellijk het woord steelt dat in hun hart was gezaaid.

16. Het zaad dat op rotsgrond viel, zijn de mensen die het woord horen en het onmiddellijk blij geloven.

17. Maar ze hebben geen wortels: hun geloof zit niet diep. Ze geloven wel een tijdje, maar als er later problemen en moeilijkheden komen omdat ze het woord geloven, verliezen ze hun geloof.

18. Het deel dat tussen de distels valt, zijn weer andere mensen die het woord horen.

19. Bij hen komen de zorgen van de wereld en het verlangen naar rijkdom en naar alle andere dingen erbij. Die verstikken het woord en het woord geeft geen vrucht.

20. En dit is het deel dat in goede grond is gezaaid: de mensen die het woord horen en in zich opnemen, waardoor er veel vrucht aan hen groeit: 30, 60 en 100 keer zoveel [ als dat er gezaaid is ]."

21. Jezus zei tegen hen: "Als je een olielamp aansteekt, zet je hem daarna niet onder een emmer of onder je bed. Nee, je zet hem ergens hoog neer waar iedereen hem goed ziet.

22. Alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat in het donker gebeurde, zal voor iedereen te zien zijn.

23. Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren."

24. En Hij zei tegen hen: "Let goed op wát je hoort. Met de maat waarmee jullie meten, zullen jullie zelf ook worden gemeten. En je zal zelfs meer krijgen dan dat.

25. Want mensen die hebben, zullen nog meer krijgen. Maar van de mensen die niet hebben, zal afgenomen worden zelfs wat ze wél hebben."

26. Jezus zei: "Je kan het Koninkrijk van God vergelijken met een man die zaad zaait.