BasisBijbel

Markus 15:18-29 BasisBijbel (BB)

18. En ze groetten Hem: "We groeten U, koning van de Joden!"

19. Ze sloegen Hem met een rieten stok op het hoofd, bespuugden Hem, knielden voor Hem neer en deden alsof ze Hem eerden.

20. Toen ze er genoeg van hadden om Hem te bespotten en belachelijk te maken, deden ze Hem de mantel weer af. Ze trokken Hem zijn eigen kleren weer aan. Daarna namen ze Hem mee om Hem te kruisigen.

21. En ze grepen een man die voorbij kwam en die net van zijn land kwam. Ze dwongen hem om Jezus' kruis te dragen. Dat was Simon uit Cyrene, de vader van Alexander en Rufus.

22. Ze brachten Hem naar de plek die Golgota heet. Dat betekent 'Schedelplaats.'

23. Ze wilden Hem wijn gemengd met mirre te drinken geven. Maar Hij wilde die niet drinken.

24. Toen spijkerden ze Hem aan het kruis. En ze verdeelden zijn kleren door erom te loten.

25. Het was negen uur 's morgens toen ze Hem aan het kruis hingen.

26. Boven zijn hoofd hing een bord waarop stond waarom Hij de doodstraf had gekregen. Er stond op: 'De koning van de Joden.'

27. Samen met Hem kruisigden ze twee moordenaars. De één links en de ander rechts van Hem.

28. Zo gebeurde wat al in de Boeken stond: 'Hij werd als een misdadiger behandeld.'

29. De mensen die voorbij kwamen, scholden Hem uit. Ze schudden spottend hun hoofd en zeiden: "Hé, Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt!