BasisBijbel

Markus 14:36-46 BasisBijbel (BB)

36. Hij zei: "Lieve Vader, voor U is alles mogelijk. Laat Mij alstublieft niet de wijnbeker [ van uw straf ] leeg hoeven te drinken . Maar Ik zal niet doen wat Ik Zelf wil, maar wat U wil."

37. Toen ging Hij naar de drie leerlingen terug. Hij zag dat ze sliepen. Hij zei tegen Simon Petrus: "Simon, slaap je? Kon je niet eens één uur met Mij wakker blijven?

38. Blijf wakker en bid dat je niet wordt verleid om het verkeerde te doen. Je wíl wel graag het goede doen, maar dat is wel erg moeilijk."

39. Hij ging weer weg en bad hetzelfde gebed.

40. Toen Hij bij de drie leerlingen terugkwam, zag Hij dat ze weer sliepen. Want hun ogen waren zwaar van de slaap. En ze wisten niet wat ze moesten zeggen.

41. Toen Hij voor de derde keer bij hen terug kwam, zei Hij tegen hen: "Slaap nu maar en rust uit. Het is genoeg geweest. Nu komt het moment dat de Mensenzoon door slechte mensen gevangen genomen zal worden."

42. [ Jezus zei: ] "Sta op, we gaan. Kijk, daar komt de man die Mij verraadt."

43. Op datzelfde moment kwam Judas aanlopen, één van de twaalf leerlingen. Hij bracht een grote groep mannen met zwaarden en knuppels mee. Ze waren gestuurd door de leiders van de priesters, de wetgeleerden en de leiders van het volk.

44. Judas had met hen een teken afgesproken. Hij had gezegd: "De man die ik groet met een kus, díe is het. Hem moet je grijpen, boeien en meenemen."

45. Hij kwam dichterbij en zei tegen Jezus: "Meester," en gaf Hem een kus.

46. De mannen grepen Hem.