57. Terwijl ze onderweg waren, zei iemand tegen Jezus: "Ik zal U volgen, waar U ook heen gaat."
58. Jezus zei tegen hem: "Vossen hebben holen en vogels hebben nesten. Maar de Mensenzoon heeft geen plaats om te slapen."
59. Jezus zei tegen iemand anders: "Volg Mij." Maar de man zei: "Mag ik dan wachten tot ik mijn vader heb begraven?"
60. Maar Jezus zei: "Laten de doden hun doden maar begraven. Maar jij moet de mensen over het Koninkrijk van God gaan vertellen."
61. Weer iemand anders zei: "Ik zal U volgen, Heer, maar ik wil eerst afscheid nemen van mijn familie."
62. Maar Jezus zei tegen hem: "Mensen die bij het ploegen achterom kijken, zijn niet geschikt voor het Koninkrijk van God."