BasisBijbel

Lukas 9:36-44 BasisBijbel (BB)

36. En toen die stem klonk, was alleen Jezus er nog maar. De leerlingen zwegen en vertelden in die tijd aan niemand iets van wat ze hadden gezien.

37. De volgende dag daalden ze de berg weer af. Onmiddellijk kwam er een grote groep mensen naar hen toe.

38. Een man riep: "Meester, ik smeek U om mijn zoon te helpen. Want hij is mijn enige zoon.

39. Hij wordt iedere keer door een geest gegrepen. Dan begint hij te schreeuwen en de geest maakt hem aan het stuiptrekken. De jongen krijgt schuim op zijn mond en wordt door de geest mishandeld. De geest wil hem haast niet meer loslaten.

40. Ik heb aan uw leerlingen gevraagd om die geest eruit te jagen. Maar ze konden het niet."

41. Jezus zei tegen hen: "O, wat zijn jullie toch ongelovige en slechte mensen! Hoelang zal Ik nog bij jullie zijn? Hoelang moet Ik jullie nog verdragen? Breng je zoon hier."

42. Toen de zoon dichterbij kwam, gooide de duivelse geest de jongen tegen de grond en maakte hem aan het stuiptrekken. Maar Jezus zei streng tegen de duivelse geest dat hij moest weggaan. Zo maakte Hij de jongen gezond en Hij gaf hem aan zijn vader terug.

43. Iedereen was diep onder de indruk van de macht van God. En terwijl iedereen zich zo verbaasde over alles wat Hij deed, zei Hij tegen zijn leerlingen:

44. "Luister heel goed naar wat Ik nu zeg: binnenkort zal de Mensenzoon door de mensen gevangen worden genomen."