BasisBijbel

Lukas 9:27-42 BasisBijbel (BB)

27. Luister goed: sommigen van jullie hier zullen niet sterven vóórdat ze het Koninkrijk van God hebben gezien."

28. Ongeveer acht dagen nadat Jezus dit had gezegd, nam Hij Petrus, Johannes en Jakobus mee de berg op om te bidden.

29. Terwijl Hij aan het bidden was, veranderde zijn gezicht en zijn kleren werden stralend wit.

30. en

31. Plotseling stonden er twee stralende gestalten bij Jezus. Het waren Mozes en Elia . Zij spraken met Jezus over zijn dood in Jeruzalem en wat daarvan het gevolg zou zijn.

32. Petrus en de andere twee waren in slaap gevallen. Maar toen ze wakker werden, zagen ze de stralende gestalten van Jezus en van de twee mannen die bij Hem stonden.

33. Toen Mozes en Elia bij Jezus weg wilden gaan, zei Petrus tegen Jezus: "Meester, het is goed dat wij hier zijn. Laten we drie tenten opzetten: één voor U, één voor Mozes en één voor Elia." Want hij wist niet wat hij zei.

34. Op datzelfde moment kwam er een wolk om hen heen. Ze werden bang toen die wolk hen omgaf.

35. Toen zei een stem vanuit de wolk: "Dit is mijn Zoon. Ik houd heel veel van Hem. Luister naar Hem."

36. En toen die stem klonk, was alleen Jezus er nog maar. De leerlingen zwegen en vertelden in die tijd aan niemand iets van wat ze hadden gezien.

37. De volgende dag daalden ze de berg weer af. Onmiddellijk kwam er een grote groep mensen naar hen toe.

38. Een man riep: "Meester, ik smeek U om mijn zoon te helpen. Want hij is mijn enige zoon.

39. Hij wordt iedere keer door een geest gegrepen. Dan begint hij te schreeuwen en de geest maakt hem aan het stuiptrekken. De jongen krijgt schuim op zijn mond en wordt door de geest mishandeld. De geest wil hem haast niet meer loslaten.

40. Ik heb aan uw leerlingen gevraagd om die geest eruit te jagen. Maar ze konden het niet."

41. Jezus zei tegen hen: "O, wat zijn jullie toch ongelovige en slechte mensen! Hoelang zal Ik nog bij jullie zijn? Hoelang moet Ik jullie nog verdragen? Breng je zoon hier."

42. Toen de zoon dichterbij kwam, gooide de duivelse geest de jongen tegen de grond en maakte hem aan het stuiptrekken. Maar Jezus zei streng tegen de duivelse geest dat hij moest weggaan. Zo maakte Hij de jongen gezond en Hij gaf hem aan zijn vader terug.