BasisBijbel

Lukas 8:40-53 BasisBijbel (BB)

40. Toen Jezus terugkwam, wachtte er een grote groep mensen op Hem. Want ze hadden al naar Hem staan uitkijken.

41. Toen kwam er een leider van de synagoge naar Jezus toe. Hij heette Jaïrus. Hij liet zich voor Jezus' voeten op zijn knieën vallen en smeekte Hem om naar zijn huis te komen.

42. Want zijn enige dochter, die ongeveer twaalf jaar oud was, was heel erg ziek en lag op sterven. Jezus ging met hem mee. Maar de hele groep mensen drong tegen Hem op.

43. Er kwam een vrouw naar Hem toe die al twaalf jaar lang bloed verloor. Ze had al haar geld uitgegeven aan de dokters. Maar niemand had haar kunnen genezen.

44. Ze kwam van achteren naar Hem toe en raakte de onderrand van zijn mantel aan. Onmiddellijk stopte het bloeden.

45. Jezus vroeg: "Wie heeft Mij aangeraakt?" Iedereen zei dat hij het niet geweest was. En Petrus zei: "Meester, de mensen duwen en dringen tegen U aan! En dan vraagt U wie U aangeraakt heeft?"

46. Maar Jezus zei: "Iemand heeft Mij aangeraakt. Want Ik merkte dat er kracht uit Mij ging."

47. De vrouw begreep dat Jezus het had gemerkt. Ze kwam bevend dichterbij en liet zich voor Hem op haar knieën vallen. Toen vertelde ze Hem waarom ze Hem had aangeraakt en dat ze onmiddellijk was genezen. Iedereen hoorde het.

48. En Hij zei tegen haar: "Dochter, wees niet bang, je geloof heeft je gered. Ga in vrede."

49. Op dat moment kwam er iemand van het huis van Jaïrus. Hij zei tegen Jaïrus: "Uw dochter is gestorven. U hoeft de Meester niet meer te storen!"

50. Maar Jezus hoorde het en zei: "Wees niet bang, maar geloof! Dan zal ze worden gered."

51. Hij ging het huis binnen. Alleen Petrus, Johannes en Jakobus mochten mee naar binnen, en de ouders van het kind. Verder niemand.

52. Iedereen huilde en jammerde over haar. Maar Jezus zei: "Stop met huilen. Ze is niet gestorven, maar ze slaapt."

53. De mensen lachten Hem uit. Want ze wisten dat het kind dood was.