BasisBijbel

Lukas 8:2-17 BasisBijbel (BB)

2. Ook reisden er een paar vrouwen met Hem mee die waren bevrijd van duivelse geesten en waren genezen van ziekten. Eén van die vrouwen was Maria met de bijnaam 'Magdalena.' Er waren zeven duivelse geesten uit haar weggejaagd.

3. Een andere vrouw was Johanna, de vrouw van Chuzas. (Chuzas was de penningmeester van koning Herodes.) Verder Suzanna en nog veel andere vrouwen. Ze dienden Jezus met wat ze hadden.

4. Er kwamen veel mensen uit alle steden naar Jezus toe. Toen vertelde Hij hun weer iets in de vorm van een verhaal.

5. Hij zei: "Een zaaier ging zaaien. Een deel van het zaad viel langs de weg. Daar werd het vertrapt en de vogels aten het op.

6. Een ander deel viel op rotsgrond. Toen het opkwam, verdroogde het doordat er geen vocht in de grond zat.

7. Een ander deel viel tussen de distels. En de distels kwamen tegelijk met het zaad op en verstikten het.

8. Een ander deel viel in goede grond. Toen dat opgekomen was, leverde het een oogst op die 100 keer zo groot was [ als wat er was gezaaid ]." En Hij riep: "Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren!"

9. Jezus' leerlingen vroegen aan Jezus wat Hij met het verhaal bedoelde.

10. Hij zei: "Jullie mogen de geheimen van het Koninkrijk van God kennen. Maar aan de andere mensen vertel Ik er alleen over met verhalen. Want zo zullen ze het niet zien, ook al kijken ze. En ze zullen het niet begrijpen, ook al horen ze.

11. Luister naar wat het verhaal betekent. Het zaad is het woord van God.

12. Het zaad dat langs de weg valt, zijn de mensen die het woord wel hebben gehoord, maar bij wie de duivel het woord uit hun hart rooft. Daardoor geloven ze niet en worden ze niet gered.

13. Het zaad dat op de rotsgrond valt, zijn de mensen die het woord blij geloven als ze het horen. Maar het geloof van die mensen heeft geen wortels: hun geloof zit niet diep. Ze geloven wel een tijdje, maar als er moeilijkheden komen, verliezen ze hun geloof.

14. Het zaad dat tussen de distels valt, zijn de mensen die eerst het woord wel geloven. Maar ze maken zich aldoor zorgen. En omdat ze rijk zijn en van de mooie dingen van de wereld houden, wordt het woord verstikt en er groeit geen vrucht aan.

15. Het zaad dat in goede grond valt, zijn de mensen die met een goed en gelovig hart het woord horen, er gehoorzaam aan zijn en het vasthouden. Daardoor groeit er aan hen veel vrucht."

16. [ Jezus zei: ] "Als je een olielamp aansteekt, zet je hem daarna niet onder een emmer of onder je bed. Nee, je zet hem ergens hoog neer, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet.

17. Alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden en in het licht komen.