BasisBijbel

Lukas 8:1-12 BasisBijbel (BB)

1. Kort daarna reisde Jezus weer door de dorpen en de steden. Overal vertelde Hij de mensen het goede nieuws van het Koninkrijk van God. De twaalf leerlingen gingen met Hem mee.

2. Ook reisden er een paar vrouwen met Hem mee die waren bevrijd van duivelse geesten en waren genezen van ziekten. Eén van die vrouwen was Maria met de bijnaam 'Magdalena.' Er waren zeven duivelse geesten uit haar weggejaagd.

3. Een andere vrouw was Johanna, de vrouw van Chuzas. (Chuzas was de penningmeester van koning Herodes.) Verder Suzanna en nog veel andere vrouwen. Ze dienden Jezus met wat ze hadden.

4. Er kwamen veel mensen uit alle steden naar Jezus toe. Toen vertelde Hij hun weer iets in de vorm van een verhaal.

5. Hij zei: "Een zaaier ging zaaien. Een deel van het zaad viel langs de weg. Daar werd het vertrapt en de vogels aten het op.

6. Een ander deel viel op rotsgrond. Toen het opkwam, verdroogde het doordat er geen vocht in de grond zat.

7. Een ander deel viel tussen de distels. En de distels kwamen tegelijk met het zaad op en verstikten het.

8. Een ander deel viel in goede grond. Toen dat opgekomen was, leverde het een oogst op die 100 keer zo groot was [ als wat er was gezaaid ]." En Hij riep: "Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren!"

9. Jezus' leerlingen vroegen aan Jezus wat Hij met het verhaal bedoelde.

10. Hij zei: "Jullie mogen de geheimen van het Koninkrijk van God kennen. Maar aan de andere mensen vertel Ik er alleen over met verhalen. Want zo zullen ze het niet zien, ook al kijken ze. En ze zullen het niet begrijpen, ook al horen ze.

11. Luister naar wat het verhaal betekent. Het zaad is het woord van God.

12. Het zaad dat langs de weg valt, zijn de mensen die het woord wel hebben gehoord, maar bij wie de duivel het woord uit hun hart rooft. Daardoor geloven ze niet en worden ze niet gered.