BasisBijbel

Lukas 6:1-10 BasisBijbel (BB)

1. Op een keer liep Jezus op de heilige rustdag met zijn leerlingen door een korenveld. De leerlingen plukten graan, wreven met hun handen de korrels eruit en aten die op.

2. Een paar Farizeeërs zeiden: "Waarom doen jullie iets wat niet mag op de heilige rustdag?"

3. Jezus antwoordde: "Hebben jullie dan niet gelezen wat David vroeger heeft gedaan toen hij en zijn mannen honger hadden?

4. Hij ging Gods heiligdom binnen en nam de heilige broden mee. Die at hij met zijn mannen op. Dat mocht helemaal niet, want daar mogen alleen de priesters van eten."

5. En Hij zei: "De Mensenzoon is ook Heer over de heilige rustdag."

6. Op een andere heilige rustdag was er iemand met een verlamde rechterhand in de synagoge waar Jezus les gaf.

7. De wetgeleerden en de Farizeeërs letten goed op Hem. Ze wilden zien of Hij op de heilige rustdag iemand zou genezen. Want dan zouden ze iets hebben om Hem te beschuldigen.

8. Maar Hij wist wat ze dachten. Daarom zei Hij tegen de man met de verlamde hand: "Kom eens hier in het midden staan." De man stond op en kwam.

9. En Jezus zei tegen de Farizeeërs en wetgeleerden: "Ik heb een vraag voor jullie. Mag je op de heilige rustdag goed doen, of kwaad doen? Mag je een mensenleven redden, of moet je hem laten sterven?"

10. Hij keek de mensen rondom Zich aan en zei toen tegen de man: "Strek je hand uit." De man strekte zijn hand uit en de hand werd net zo gezond als de andere.