BasisBijbel

Lukas 4:24-41 BasisBijbel (BB)

24. Maar luister goed! Ik zeg jullie dat geen één profeet in zijn eigen stad wordt geloofd.

25. Wat Ik nu ga zeggen is de waarheid: in de tijd van de profeet Elia waren er veel weduwen in Israël. Het had toen drie jaar en zes maanden lang niet geregend. Daardoor was er in het hele land zware hongersnood.

26. Maar God stuurde Elia niet naar één van de weduwen in Israël, maar naar een weduwe in Sarepta, bij Sidon, dat niet in Israël ligt.

27. En in de tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen ziek in Israël, en niemand van hen werd genezen. Maar de man Naäman uit het land Aram werd wél genezen."

28. Toen de mensen in de synagoge dit hoorden, werden ze woedend.

29. Ze stonden op en sleurden Hem de stad uit. Ze namen Hem mee tot aan de rand van de berg waarop hun stad was gebouwd. Daar wilden ze Hem naar beneden gooien.

30. Maar Hij liep tussen hen door en vertrok.

31. Jezus ging naar Kapernaüm, een stad in Galilea. Daar gaf Hij vaak op de heilige rustdag les [ in de synagoge ].

32. En de mensen waren verbaasd over de manier waarop Hij les gaf. Want het was duidelijk dat Hij wist waar Hij het over had.

33. In de synagoge was iemand met een duivelse geest.

34. Die schreeuwde luid: "Laat ons met rust! Wat moet U van ons, Jezus van Nazaret? Bent U gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie U bent: de Heilige van God!"

35. Jezus zei streng tegen de duivelse geest: "Houd je mond en ga uit hem weg!" De duivelse geest gooide de man op de grond, midden tussen de mensen. Toen ging hij uit hem weg, zonder hem kwaad te doen.

36. De mensen waren stomverbaasd en zeiden tegen elkaar: "Wat is dat voor een manier van spreken? Want Hij heeft macht over de duivelse geesten! Hij geeft ze bevelen en jaagt ze eruit!"

37. En alle mensen in de hele streek hoorden over Hem, in alle dorpen in de omgeving.

38. Daarna vertrok Jezus uit die synagoge en ging naar het huis van Simon. De moeder van Simons vrouw had hoge koorts, en ze vroegen Jezus om haar te helpen.

39. Hij ging bij het hoofdeind van haar bed staan en beval de koorts om weg te gaan. Toen verdween de koorts. Ze stond onmiddellijk op en bediende Jezus.

40. Toen de zon onderging, brachten alle mensen hun zieke vrienden en familieleden naar Jezus toe. Mensen met allerlei soorten ziekten en kwalen. Jezus legde iedereen apart de handen op en maakte iedereen gezond.

41. Ook gingen er uit veel mensen duivelse geesten weg. Die geesten schreeuwden dan: "U bent de Messias, de Zoon van God!" Maar Jezus verbood hun om te spreken, omdat ze wisten dat Hij de Messias was.