BasisBijbel

Lukas 3:1-8 BasisBijbel (BB)

1. en

2. Toen Tiberius 15 jaar keizer [ van het Romeinse rijk ] was, sprak God tegen Johannes, de zoon van Zacharias. Johannes leefde in de woestijn. (Pontius Pilatus was in die tijd bestuurder van Judea, Herodes was koning over Galilea, zijn broer Filippus was koning over Iturea en het land Trachonitis, en Lysanias was koning over Abilene. Annas en Kajafas waren in die tijd hogepriester.)

3. Daarna begon Johannes door de hele streek van de Jordaan te trekken. Hij zei tegen de mensen dat ze weer moesten gaan leven zoals God het wil, en dat ze zich moesten laten dopen. Want dan zou God hun kunnen vergeven dat ze ongehoorzaam aan Hem waren geweest.

4. Zo staat het ook in het boek van de profeet Jesaja: 'Iemand roept in de woestijn: Maak de weg van de Heer vrij! Maak zijn wegen recht!

5. Elke kloof zal worden opgevuld. Elke berg en elke heuvel zal vlak gemaakt worden. Alle bochten zullen rechtgetrokken worden en alle slechte wegen zullen vlak gemaakt worden.

6. En alle mensen zullen zien dat God de mensen redt.'

7. Hij zei tegen de grote groepen mensen die naar hem toe kwamen om zich door hem te laten dopen: "Jullie zijn achterbaks en slecht! Wie heeft jullie wijsgemaakt dat jullie [ zo ] kunnen ontsnappen aan de straf van God [ voor jullie ongehoorzaamheid ]?

8. Jullie moeten niet alleen zéggen dat jullie weer zullen gaan leven zoals God het wil, maar het ook dóen. [ Anders betekent jullie doop helemaal niets. ] En denk maar niet: 'We stammen af van Abraham[ , dus het zit wel goed met ons ].' Want ik zeg jullie dat God zelfs deze stenen hier kan veranderen in kinderen van Abraham!