BasisBijbel

Lukas 24:8-19 BasisBijbel (BB)

8. Toen herinnerden ze zich die woorden weer.

9. Ze gingen weg van het graf en vertelden alles wat er was gebeurd aan de elf leerlingen en aan alle anderen.

10. Die vrouwen waren Maria Magdalena, Johanna, en Maria (de moeder) van Jakobus en nog een paar vrouwen. En ze vertelden het aan de elf leerlingen.

11. Maar die vonden het allemaal onzin en geloofden hen niet.

12. Maar Petrus stond op en liep snel naar het graf. Toen hij zich bukte om naar binnen te kijken, zag hij alleen de linnen doeken liggen. Hij ging weer weg en vroeg zich heel verbaasd af wat er gebeurd zou kunnen zijn.

13. Twee van de leerlingen gingen juist op die dag naar het dorp Emmaüs. Dat ligt op 60 stadiën [ (18 km) ] van Jeruzalem.

14. Onderweg spraken ze met elkaar over alles wat er was gebeurd.

15. Terwijl ze daar zo over liepen te praten, kwam Jezus Zelf bij hen. Hij liep met hen mee.

16. Maar het was net alsof er iets met hun ogen was, want ze herkenden Hem niet.

17. Hij vroeg hun: "Waar hebben jullie het over? En waarom kijken jullie zo verdrietig?"

18. Eén van hen, Kleopas, antwoordde: "Bent U dan de enige in Jeruzalem die niet weet wat daar de afgelopen dagen is gebeurd?"

19. Hij vroeg: "Wat dan?" Ze zeiden: "Nou, wat er is gebeurd met Jezus uit Nazaret. Hij was een profeet. Hij deed en zei machtige dingen voor God en alle mensen.