BasisBijbel

Lukas 23:1-14 BasisBijbel (BB)

1. Ze stonden allemaal op en brachten Jezus naar [ de Romeinse bestuurder van Judea: ] Pilatus .

2. Daar begonnen ze Hem te beschuldigen: "We hebben ontdekt dat deze man ons volk op verkeerde ideeën brengt. Want Hij verbiedt de mensen om aan de [ Romeinse ] keizer belasting te betalen. En Hij zegt van Zichzelf dat Hij de Messias is, de [ beloofde ] Koning.

3. Pilatus vroeg Hem: "Ben Jij de koning van de Joden?" Jezus antwoordde hem: "U zegt het."

4. Pilatus zei tegen de leiders van de priesters en de grote groep mensen: "Deze man is nergens schuldig aan."

5. Maar de mensen hielden vol en zeiden: "Hij maakt het volk in heel Judea opstandig tegen de keizer met wat Hij de mensen leert. Dat doet Hij al vanaf het begin, van Galilea tot hier toe."

6. Toen Pilatus dat hoorde, vroeg hij of Jezus een Galileeër was.

7. Toen hij begreep dat Hij uit het gebied kwam waar Herodes koning over was , stuurde hij Jezus naar Herodes. Want Herodes was op dat moment ook in Jeruzalem.

8. Herodes was blij toen hij Jezus zag. Want hij had al heel lang gehoopt Hem een keer te kunnen zien, omdat hij veel over Hem had gehoord. Hij hoopte Jezus een keer een wonder te zien doen.

9. Hij stelde Jezus een heleboel vragen, maar Jezus antwoordde hem niets.

10. En de leiders van de priesters en de wetgeleerden stonden Hem heftig van allerlei dingen te beschuldigen.

11. Herodes en zijn soldaten maakten Hem belachelijk. Ze deden Hem een prachtige mantel om en stuurden Hem zo naar Pilatus terug.

12. Vanaf die dag waren Herodes en Pilatus vrienden. Vóór die tijd waren ze vijanden van elkaar geweest.

13. Toen riep Pilatus de leiders van de priesters en de leiders en het volk bij zich en zei:

14. "Jullie hebben deze Man bij mij gebracht. Jullie beschuldigen Hem ervan dat Hij het volk opstandig maakt tegen de keizer. Jullie waren erbij toen ik Hem ondervroeg. Maar ik heb niets ontdekt van de dingen waarvan jullie Hem beschuldigen.