BasisBijbel

Lukas 22:29-38 BasisBijbel (BB)

29. Aan jullie geef Ik het Koninkrijk, net zoals mijn Vader het aan Mij heeft gegeven.

30. Want Ik wil dat jullie in mijn Koninkrijk bij Mij aan tafel eten en drinken. En jullie zullen op twaalf tronen zitten om over de twaalf stammen van Israël te oordelen."

31. De Heer Jezus zei: "Simon, Simon, de duivel zal jullie allemaal zeven als graan in een zeef.

32. Maar Ik heb voor je gebeden dat je je geloof niet zal verliezen. En luister, Simon. Als je eenmaal hebt ingezien dat je verkeerd hebt gedaan, moet je je broeders moed inspreken." Simon zei tegen Hem:

33. "Heer, ik ben bereid om met U gevangen genomen en gedood te worden!"

34. Maar Hij zei tegen hem: "Ik zeg je, Petrus, dat je vandaag drie keer zal zeggen dat je Mij niet kent. Nog vóórdat de haan kraait zal dat gebeuren."

35. Hij zei tegen hen: "Toen Ik jullie op pad stuurde zonder geld of reistas of sandalen, hebben jullie toen aan iets tekort gehad?" Ze zeiden: "Nee, Heer, aan niets."

36. Toen zei Jezus: "Maar nú zeg Ik: als je geld hebt, moet je dat meenemen, en ook een reistas. En als je geen zwaard hebt, moet je je mantel verkopen en een zwaard kopen.

37. Want Ik zeg jullie dat wat er over Mij in de Boeken geschreven is, nu gaat gebeuren. Daar staat: 'Hij is als een misdadiger behandeld.' En dat gaat nu gebeuren."

38. Ze zeiden: "Kijk Heer, hier zijn twee zwaarden!" Hij zei tegen hen: "Dat is genoeg."