BasisBijbel

Lukas 2:39-52 BasisBijbel (BB)

39. Jozef en Maria deden alles wat ze volgens de wet van de Heer God moesten doen. Daarna gingen ze terug naar hun stad Nazaret in Galilea.

40. Het kind groeide op en werd sterk. Hij was vol wijsheid en God was in alle dingen goed voor Hem.

41. Jezus' ouders reisden elk jaar naar Jeruzalem om daar het Paasfeest te vieren.

42. Toen Jezus twaalf jaar oud was, reisden zijn ouders weer zoals elk jaar naar Jeruzalem.

43. Na de feestdagen gingen zijn ouders weer naar huis. Maar Jezus bleef in Jeruzalem achter. Zijn ouders hadden dat niet gemerkt.

44. Ze dachten dat Hij meeliep met de andere mensen die ook naar huis terugreisden. Zo reisden ze één dag en zochten Hem intussen bij familie en kennissen.

45. Maar toen ze Hem niet vonden, gingen ze terug om Hem in Jeruzalem te zoeken.

46. Na drie dagen vonden ze Hem in de tempel. Hij zat daar tussen de wetgeleerden . Hij luisterde naar hen en stelde vragen.

47. De mensen die Hem hoorden, waren verbaasd hoe verstandig Hij was. Ook verbaasden ze zich over de antwoorden die Hij gaf.

48. Toen zijn ouders Hem daar vonden, waren ze boos. Zijn moeder zei tegen Hem: "Kind, hoe kun je zoiets doen? Je vader en ik zijn zó ongerust geweest! We hebben overal naar je gezocht!"

49. Maar Hij zei tegen hen: "Waarom heeft u naar Mij gezocht? Wist u dan niet dat Ik bezig moet zijn met de dingen van mijn Vader?"

50. Maar ze begrepen niet wat Hij bedoelde.

51. Hij ging met hen mee terug naar Nazaret en was gehoorzaam aan zijn ouders. Zijn moeder onthield alles wat er gebeurd en gezegd was en dacht er over na in haar hart.

52. Terwijl Jezus opgroeide, werd Hij steeds wijzer. En God en de mensen hielden van Hem.