BasisBijbel

Lukas 18:31-43 BasisBijbel (BB)

31. Jezus nam de twaalf leerlingen apart en zei tegen hen: "Luister, we zijn op weg naar Jeruzalem. Alles wat de profeten hebben opgeschreven, zal met de Mensenzoon gaan gebeuren.

32. Want Hij zal gevangen worden genomen en aan de Romeinen worden uitgeleverd. Ze zullen Hem belachelijk maken en bespugen en uitlachen.

33. Ze zullen Hem zweepslagen geven en doden. Maar op de derde dag zal Hij uit de dood opstaan."

34. Maar ze begrepen er niets van. Het waren onbegrijpelijke woorden voor hen. Ze hadden geen idee wat Hij bedoelde.

35. Toen ze in de buurt van Jericho kwamen, zat er een blinde man langs de kant van de weg te bedelen.

36. Toen hij hoorde dat er een grote groep mensen voorbij kwam, vroeg hij wat er aan de hand was.

37. De mensen vertelden hem dat Jezus van Nazaret voorbij kwam.

38. Toen riep hij: "Jezus, Zoon van David , help mij alstublieft!"

39. De mensen die voorbij liepen, zeiden dat hij zijn mond moest houden. Toen schreeuwde hij nog harder: "Zoon van David, help mij alstublieft!"

40. Jezus stond stil en liet hem bij Zich brengen. Hij vroeg hem:

41. "Wat wil je dat Ik voor je doe?" Hij antwoordde: "Heer, ik wil zo graag kunnen zien!"

42. Jezus zei tegen hem: "Ik wil dat je kan zien! Je geloof heeft je gered."

43. Onmiddellijk kon de man zien. Hij volgde Jezus en prees God. En alle mensen die het zagen, prezen God.