BasisBijbel

Lukas 18:13-22 BasisBijbel (BB)

13. Maar de belasting-ontvanger bleef op een afstand [ van de tempel ] staan en wilde zelfs niet naar de hemel opkijken. Hij wrong zijn handen [ van spijt ] en zei: 'God, vergeef mij alstublieft de slechte dingen die ik heb gedaan!'

14. Ik zeg jullie: deze belasting-ontvanger had van God vergeving gekregen toen hij weer naar huis ging. Maar de Farizeeër niet. Want als iemand zichzelf heel belangrijk vindt, zal hij worden vernederd. Maar als iemand heel bescheiden over zichzelf denkt, zal hij worden geëerd."

15. De mensen brachten ook hun kleine kinderen naar Jezus toe. Ze wilden dat Hij hun de handen op zou leggen. Toen de leerlingen dat zagen, stuurden ze hen weg.

16. Maar Jezus riep de kinderen naar Zich toe en zei: "Laat de kinderen naar Mij toe komen en houd ze niet tegen. Want het Koninkrijk van God is voor mensen die zijn zoals zij.

17. Luister goed! Ik zeg jullie: als je het Koninkrijk van God niet aanneemt zoals een kind dat doet, kun je het niet binnen gaan."

18. Een [ rijk, ] belangrijk man vroeg aan Jezus: "Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?"

19. Jezus zei tegen hem: "Waarom noem je Mij 'goed'? Er is er maar Eén die goed is, en dat is God.

20. Je kent de leefregels van de wet [ van Mozes ]: 'Wees trouw aan je vrouw, dood niemand, steel niet, vertel geen leugens over anderen, heb respect voor je vader en moeder [ en zorg voor hen ].' "

21. De man zei tegen Hem: "Daar heb ik me mijn hele leven aan gehouden."

22. Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: "Je moet nog één ding doen: verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom daarna hier en volg Mij."