BasisBijbel

Lukas 17:3-14 BasisBijbel (BB)

3. [ Jezus zei: ] "Als je ziet dat iemand iets verkeerds tegen je doet, spreek daar dan streng met hem over. Als hij er spijt van heeft, vergeef het hem dan.

4. Zelfs als hij zeven keer per dag iets verkeerds tegen je doet, en zeven keer bij je terug komt en zegt: 'Het spijt me,' dan moet je hem vergeven."

5. De twaalf leerlingen zeiden tegen de Heer Jezus: "Geef ons meer geloof!"

6. De Heer zei: "Je geloof hoeft maar zo groot te zijn als een mosterdzaadje. Als je dan tegen deze boom zou zeggen: 'Kom met wortels en al uit de grond en ga in de zee staan,' dan zou hij je gehoorzamen."

7. [ Jezus zei: ] "Stel dat je een knecht hebt, die voor je ploegt of je vee hoedt. Als hij van het land thuiskomt, zou je dan tegen hem zeggen: 'Kom maar gauw bij me aan tafel zitten'?

8. Nee, je zegt: 'Maak mijn eten klaar en bedien mij, tot ik klaar ben met de maaltijd. Daarna mag je zelf eten en drinken.'

9. Zul je je knecht ervoor bedanken dat hij deed wat je hem had bevolen? Nee, dat doe je niet.

10. Hetzelfde geldt voor jullie. Dus als jullie alles hebben gedaan wat jullie bevolen is, moeten jullie zeggen: 'We zijn maar knechten. We hebben gewoon gedaan wat we moesten doen.' "

11. Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door Samaria en Galilea.

12. Toen Hij ergens in een dorp was, kwamen daar tien mannen naar Hem toe die een besmettelijke huidziekte hadden. Ze bleven op een afstand staan.

13. Daar riepen ze: "Jezus, Meester, help ons alstublieft!"

14. Jezus keek hen aan en zei tegen hen: "Ga naar de priester. Laat hem zien dat jullie weer gezond zijn." Terwijl ze onderweg waren naar de priester, werden ze gezond.