BasisBijbel

Lukas 16:1-7 BasisBijbel (BB)

1. Jezus vertelde ook aan zijn leerlingen: "Er was eens een rijke man die iemand had die zijn geld beheerde. Maar de mensen kwamen hem waarschuwen dat de man het geld van zijn heer verspilde.

2. De rijke man liet hem roepen en zei tegen hem: 'Wat hoor ik daar over jou? Geef de kasboeken maar aan mij, want je mag niet langer mijn geld beheren.'

3. De man dacht bij zichzelf: 'Wat moet ik nu doen? Want mijn heer ontslaat mij. Spitten kan ik niet. Voor bedelen schaam ik me.

4. Weet je wat, ik zal ervoor zorgen dat de mensen die aan mijn heer iets schuldig zijn, voor mij willen zorgen als ik straks geen werk meer heb.'

5. En hij riep één voor één de mensen bij zich die nog iets aan zijn heer schuldig waren. Hij zei tegen de eerste: 'Hoeveel ben je aan mijn heer schuldig?'

6. Hij antwoordde: '100 tonnen olijf-olie.' Hij zei tegen hem: 'Hier is het papier waarop staat hoeveel je aan mijn heer schuldig bent. Ga vlug zitten, schrijf een nieuw papier en vul in: 50 tonnen.'

7. Daarna zei hij tegen de tweede: 'En hoeveel ben jij schuldig?' Hij antwoordde: '100 zakken graan.' Hij zei tegen hem: 'Hier is het papier waarop staat hoeveel je aan mijn heer schuldig bent. Schrijf een nieuw papier en vul in: 80 zakken.'