BasisBijbel

Lukas 16:1-20 BasisBijbel (BB)

1. Jezus vertelde ook aan zijn leerlingen: "Er was eens een rijke man die iemand had die zijn geld beheerde. Maar de mensen kwamen hem waarschuwen dat de man het geld van zijn heer verspilde.

2. De rijke man liet hem roepen en zei tegen hem: 'Wat hoor ik daar over jou? Geef de kasboeken maar aan mij, want je mag niet langer mijn geld beheren.'

3. De man dacht bij zichzelf: 'Wat moet ik nu doen? Want mijn heer ontslaat mij. Spitten kan ik niet. Voor bedelen schaam ik me.

4. Weet je wat, ik zal ervoor zorgen dat de mensen die aan mijn heer iets schuldig zijn, voor mij willen zorgen als ik straks geen werk meer heb.'

5. En hij riep één voor één de mensen bij zich die nog iets aan zijn heer schuldig waren. Hij zei tegen de eerste: 'Hoeveel ben je aan mijn heer schuldig?'

6. Hij antwoordde: '100 tonnen olijf-olie.' Hij zei tegen hem: 'Hier is het papier waarop staat hoeveel je aan mijn heer schuldig bent. Ga vlug zitten, schrijf een nieuw papier en vul in: 50 tonnen.'

7. Daarna zei hij tegen de tweede: 'En hoeveel ben jij schuldig?' Hij antwoordde: '100 zakken graan.' Hij zei tegen hem: 'Hier is het papier waarop staat hoeveel je aan mijn heer schuldig bent. Schrijf een nieuw papier en vul in: 80 zakken.'

8. En de heer zei tegen de oneerlijke man: 'Dat heb je slim aangepakt!' Want de mensen die bij de wereld horen gaan slimmer met elkaar om dan de mensen die bij het licht horen.

9. Ik zeg jullie: maak vrienden met de hulp van de oneerlijke Mammon . Als je dan op een gegeven moment niets meer hebt [ omdat je bent gestorven ], zullen je vrienden je met open armen ontvangen in hun eeuwige [ hemelse ] huis."

10. [ Jezus zei: ] "Als je eerlijk bent in kleine dingen, zul je ook eerlijk zijn in grote dingen. En als je oneerlijk bent in kleine dingen, zul je ook oneerlijk zijn in grote dingen.

11. Als je dus niet goed omgaat met de oneerlijke Mammon , wie zal jou dan vertrouwen voor de werkelijk belangrijke dingen?

12. Als je niet eerlijk bent omgegaan met de spullen van een ander, wie zal jou dan vertrouwen voor de dingen waar je recht op hebt ?

13. Geen één dienaar kan twee heren dienen. Want hij zal altijd meer van de één houden dan van de ander. Je kan niet God dienen, én Mammon."

14. De Farizeeërs, die hebzuchtig zijn, hoorden wat Jezus zei. En ze lachten Hem uit.

15. Maar Hij zei tegen hen: "Jullie doen tegenover de mensen alsof jullie precies leven zoals God het wil. Maar God kent jullie hart. Wat de mensen erg bewonderen, vindt God walgelijk.

16. Totdat Johannes kwam, moesten jullie je aan de Boeken van de Wet en de profeten houden. Maar vanaf Johannes wordt het goede nieuws van het Koninkrijk van God aan de mensen verteld. En iedereen probeert op zijn eigen manier Gods Koninkrijk binnen te komen.

17. Maar het is gemakkelijker dat de hemel en de aarde zouden verdwijnen, dan dat er van de Wet ook maar één lettertje niet meer mee zou tellen.

18. Als je je vrouw wegstuurt en met een andere vrouw trouwt, ben je ontrouw aan je [ eerste ] vrouw. En als je met een vrouw trouwt die door haar man is weggestuurd, maak je haar ontrouw aan haar [ eerste ] man."

19. [ Jezus zei: ] "Er was eens een rijke man die prachtige, dure kleren droeg en alle dagen grote feesten gaf.

20. En er was een bedelaar die Lazarus heette en onder de zweren zat. Elke dag lag hij bij de voordeur van de rijke man.