BasisBijbel

Lukas 10:31-41 BasisBijbel (BB)

31. Er reisde toevallig ook een priester langs die weg. Hij zag de man wel liggen, maar liep met een boog om hem heen.

32. Daarna kwam er een tempeldienaar langs, maar ook hij liep met een boog om hem heen .

33. Daarna kwam er een man uit Samaria langs. Toen hij dichtbij was gekomen en hem zag, kreeg hij medelijden met hem.

34. Hij ging naar hem toe en verzorgde de wonden met olijf-olie en wijn. Daarna verbond hij hem, zette hem op zijn ezel en bracht hem naar een herberg. Daar verzorgde hij hem verder.

35. De volgende dag gaf hij de herbergier twee zilverstukken en zei tegen hem: 'Zorg voor deze man. En als zijn verzorging méér kost, dan zal ik je dat betalen wanneer ik terugkom.'

36. Wat denk je. Wie van deze drie mensen is nu een broeder geweest voor de man die door de rovers was overvallen?"

37. De wetgeleerde antwoordde: "De man die goed voor hem is geweest." Jezus zei tegen hem: "Ga, en doe hetzelfde."

38. Onderweg [ naar Jeruzalem ] kwam Jezus ergens in een dorp. Daar vroeg een vrouw, Marta, Hem om bij haar thuis te komen eten.

39. Marta had een zus, Maria. Maria ging naar Jezus zitten luisteren.

40. Maar Marta had het druk met het bedienen van Jezus. En ze ging naar Jezus toe en zei: "Heer, vindt U het dan helemaal niet erg dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen? Zeg haar alstublieft dat ze me moet komen helpen!"

41. Maar de Heer Jezus antwoordde haar: "Marta, Marta, jij maakt je bezorgd en druk over allerlei dingen.