BasisBijbel

Lukas 10:27-32 BasisBijbel (BB)

27. Hij antwoordde: "Houd van je Heer God met je hele hart en je hele ziel en alles wat je hebt en je hele verstand. En houd ook net zoveel van je broeders als van jezelf."

28. Jezus zei tegen hem: "Je hebt een goed antwoord gegeven. Doe dat, dan zul je leven."

29. Maar hij deed alsof hij wilde uitleggen waarom hij Hem dat gevraagd had. Daarom zei hij tegen Jezus: "Maar wíe zijn dan mijn broeders?"

30. Jezus antwoordde: "Er reisde eens een man van Jeruzalem naar Jericho. Onderweg werd hij overvallen door rovers. Ze sloegen hem halfdood en beroofden hem van alles wat hij had. Daarna gingen ze weg en lieten hem zo liggen.

31. Er reisde toevallig ook een priester langs die weg. Hij zag de man wel liggen, maar liep met een boog om hem heen.

32. Daarna kwam er een tempeldienaar langs, maar ook hij liep met een boog om hem heen .