BasisBijbel

Leviticus 9:17-24 BasisBijbel (BB)

17. Daarna liet hij het meel-offer brengen. Hij nam er een handvol van en verbrandde het op het altaar. Verder offerde hij het ochtend-brandoffer dat elke dag gebracht moest worden.

18. Ook slachtte hij de koe en het mannetjes-schaap van het volk, als dank-offer. Zijn zonen brachten hem het bloed. Hij wierp het rondom tegen de zijkanten van het altaar.

19. Hij nam het vet van de koe en de geit: de staart, het vet rond de darmen, de nieren met het vet dat daaraan zit en het vet rond de lever.

20. Dat legde hij op de borststukken. Toen verbrandde hij alles op het altaar.

21. De borststukken en de rechter schouders hield Aäron omhoog naar de Heer en bewoog ze als beweeg-offer heen en weer, zoals Mozes bevolen had.

22. Toen stak Aäron zijn handen op en zegende het volk.

23. Samen met Mozes ging Aäron de tent van ontmoeting in. Toen ze weer naar buiten kwamen, zegenden ze het volk. En het hele volk zag de stralende aanwezigheid van de Heer.

24. De Heer liet vuur uit de hemel komen. Dat vuur stak het brand-offer en de vetstukken op het altaar in brand. Toen het volk dat zag, juichten ze allemaal en bogen zich diep voor de Heer.