BasisBijbel

Leviticus 8:7-18 BasisBijbel (BB)

7. Daarna deed hij Aäron het onderkleed aan, maakte de gordel vast, trok hem het [ blauwe ] overkleed aan, deed het priesterschort daarover en maakte de gordel van het priesterschort vast.

8. Daarna maakte hij de borsttas vast en legde de Urim en de Tummim daarin.

9. Hij zette hem de tulband op het hoofd. Hij maakte daarop aan de voorkant de gouden plaat vast, de heilige diadeem, zoals de Heer het Mozes bevolen had.

10. Toen nam Mozes de zalf-olie en zalfde de tent en alles wat daarin was. Zo maakte hij die klaar voor het werk voor de Heer.

11. Ook sprenkelde hij zeven keer zalf-olie op het altaar met alles wat erbij hoorde en op de waskom en het voetstuk van de waskom. Zo maakte hij ze klaar voor het werk voor de Heer.

12. Daarna goot hij zalf-olie over het hoofd van Aäron om hem zo klaar te maken om de Heer te dienen.

13. Daarna liet Mozes de zonen van Aäron dichterbij komen, trok hun de linnen kleren aan, deed hun een gordel om en zette de mutsen op hun hoofd – zoals de Heer het Mozes bevolen had.

14. Toen liet hij de stier voor het vergevings-offer brengen. Aäron en zijn zonen legden hun handen op de kop van het dier.

15. Daarna slachtte hij de stier en smeerde een deel van het bloed met zijn vinger rondom aan de horens van het altaar. Zo reinigde hij het altaar voor de Heer. De rest van het bloed goot hij uit aan de voet van het altaar. Zo maakte hij het altaar klaar voor het werk voor de Heer.

16. Hij nam al het vet dat rond de darmen zit, het vet rond de lever en de twee nieren met het vet dat daaraan zit. Dat verbrandde hij op het altaar.

17. Maar de rest van de stier, dus de huid, het vlees en de mest, verbrandde hij buiten het tentenkamp – zoals de Heer het Mozes bevolen had.

18. Toen bracht hij het mannetjes-schaap voor het brand-offer. Aäron en zijn zonen legden hun handen op de kop van het dier.