BasisBijbel

Leviticus 8:14-19 BasisBijbel (BB)

14. Toen liet hij de stier voor het vergevings-offer brengen. Aäron en zijn zonen legden hun handen op de kop van het dier.

15. Daarna slachtte hij de stier en smeerde een deel van het bloed met zijn vinger rondom aan de horens van het altaar. Zo reinigde hij het altaar voor de Heer. De rest van het bloed goot hij uit aan de voet van het altaar. Zo maakte hij het altaar klaar voor het werk voor de Heer.

16. Hij nam al het vet dat rond de darmen zit, het vet rond de lever en de twee nieren met het vet dat daaraan zit. Dat verbrandde hij op het altaar.

17. Maar de rest van de stier, dus de huid, het vlees en de mest, verbrandde hij buiten het tentenkamp – zoals de Heer het Mozes bevolen had.

18. Toen bracht hij het mannetjes-schaap voor het brand-offer. Aäron en zijn zonen legden hun handen op de kop van het dier.

19. Mozes slachtte het schaap en wierp het bloed rondom tegen de zijkanten van het altaar.