BasisBijbel

Leviticus 27:1-17 BasisBijbel (BB)

1. De Heer zei tegen Mozes:

2. "Zeg tegen de Israëlieten: Als iemand belooft een persoon aan Mij te geven, moet hij die persoon vrijkopen. [ Die persoon mag dus niet geofferd worden. ] Hij moet Mij een bedrag geven ter waarde van die persoon.

3. Daarvoor gelden de volgende bedragen, afgemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt:Voor een man tussen de 20 en 60 jaar: 50 sikkels zilver [ (550 gram) ].

4. Voor een vrouw tussen de 20 en de 60 jaar: 30 sikkels [ (330 gram) ].

5. Voor een jongen tussen de vijf en de 20 jaar: 20 sikkels [ (220 gram) ].Voor een meisje tussen de vijf en de 20 jaar: 10 sikkels [ (110 gram) ].

6. Voor een jongen van één maand tot vijf jaar: 5 sikkels [ (55 gram) ].Voor een meisje van één maand tot vijf jaar: 3 sikkels [ (33 gram) ].

7. Voor een man die ouder is dan 60 jaar: 15 sikkels [ (165 gram) ].Voor een vrouw die ouder is dan 60 jaar: 10 sikkels [ (110 gram) ].

8. Als iemand te arm is om dat bedrag te betalen, dan moet hij met de persoon die hij Mij wil geven naar de priester gaan. De priester zal dan bepalen hoeveel hij moet betalen. Daarbij moet hij rekening houden met hoe rijk of hoe arm de man is die de belofte aan Mij heeft gedaan.

9. Maar als iemand Mij belooft een dier te geven, een dier dat ook voor de offers gebruikt mag worden, dan moet hij een goed, gezond dier geven. Want het is een heilig geschenk.

10. Hij mag het dier niet omruilen voor een ander dier. Een goed dier mag niet omgeruild worden voor een slecht dier en een slecht dier mag niet omgeruild worden voor een goed dier. Als hij het dier tóch omruilt, dan moet hij allebei de dieren aan Mij geven.

11. Als het dier dat hij aan Mij wil geven een onrein dier is, dus een dier dat niet aan Mij geofferd mag worden, dan moet hij het dier naar de priester brengen.

12. De priester moet dan bepalen wat de waarde van het dier is. Hij beslist wat de man moet betalen om het dier vrij te kopen.

13. Als de man het dier wil terugkopen, dan moet hij de waarde van het dier betalen, en een vijfde deel van de waarde als boete betalen.

14. Als iemand zijn huis aan Mij wil geven, dan moet de priester komen kijken wat het huis waard is. De priester bepaalt de waarde.

15. Maar als de man zijn huis wil terugkopen, dan moet hij de waarde van het huis betalen, en een vijfde deel van de prijs als boete betalen. Daarna zal het weer van hem zijn.

16. Als iemand een akker aan Mij wil geven, dan wordt de waarde daarvan bepaald door de hoeveelheid zaad die nodig is om de akker in te zaaien: 50 sikkels zilver [ (550 gram) ] per homer [ (220 liter) ] graan.

17. Als hij in het Jubeljaar zijn akker aan Mij geeft, bepaalt hij daarmee de waarde.