BasisBijbel

Leviticus 21:9-12 BasisBijbel (BB)

9. En als de dochter van een priester zich onheilig gedraagt door met iemand naar bed te gaan [ met wie ze niet getrouwd is ], dan maakt ze ook haar vader onheilig. Ze heeft geen respect voor hem gehad. Ze moet verbrand worden.

10. De hogepriester is de belangrijkste priester. Hij is gezalfd met de heilige zalf-olie en hij dient de Heer. Hij heeft de heilige kleren gekregen. Als hij treurt over een dode, mag hij zijn haar niet los laten hangen en zijn kleren niet scheuren [ als teken van verdriet ].

11. Hij mag nooit in de buurt van een dode komen. Zelfs niet als dat zijn eigen vader of moeder is.

12. Want mijn heilige zalf-olie is op hem. Hij moet in het heiligdom blijven, want anders maakt hij mijn heiligdom onheilig. Ik ben de Heer.