BasisBijbel

Leviticus 21:15-20 BasisBijbel (BB)

15. Want anders zouden zijn kinderen onheilig zijn. Want Ik ben de Heer, en Ik heb hem heilig gemaakt en uitgekozen om Mij te dienen."

16. De Heer zei tegen Mozes:

17. "Zeg tegen Aäron: Als een priester een afwijking aan zijn lichaam heeft, mag hij niet mijn offers brengen. Niemand met een afwijking aan zijn lichaam mag het werk van een priester doen.

18. Niemand die blind of verlamd is, of misvormde armen of benen heeft, mag mijn offers brengen.

19. Ook niemand met een gebroken arm of been,

20. een misvormde rug, te korte armen en benen, een oogziekte, een huidziekte of beschadigde geslachtsdelen.