BasisBijbel

Leviticus 17:1-4 BasisBijbel (BB)

1. De Heer zei tegen Mozes:

2. "Zeg tegen Aäron en zijn zonen en alle Israëlieten: Dit is een bevel van de Heer:

3. Niemand van het volk Israël mag zo maar ergens in of buiten het tentenkamp een koe, schaap of geit als offer slachten.

4. Hij moet het dier bij Mij brengen, bij de ingang van de tent van ontmoeting. Dáár moet hij het aan Mij offeren. Als hij ergens anders offert, is hij net zo schuldig als wanneer hij iemand vermoord zou hebben. Want hij heeft bloed vergoten. Hij moet gedood worden.