BasisBijbel

Leviticus 14:38-46 BasisBijbel (BB)

38. dan moet de priester het huis uitgaan en de deur van het huis zeven dagen afsluiten.

39. Op de zevende dag moet hij terugkomen. Als hij ziet dat de plekken op de muren van het huis groter zijn geworden,

40. dan moet hij de besmette stenen eruit laten halen en ze buiten de stad op een speciale, onreine plaats laten weggooien.

41. Het huis moet van binnen helemaal afgeschrapt worden. De afgeschrapte klei moet buiten de stad op een speciale, onreine plaats worden weggegooid.

42. Daarna moeten er andere stenen op de plaats van de weggehaalde stenen gemetseld worden. Ook moet het huis met nieuwe klei bestreken worden.

43. Toch kan het gebeuren dat er daarna opnieuw plekken in de muren komen.

44. Als dan de priester komt kijken en ziet dat de plekken in het huis groter zijn geworden, dan is het een besmettelijke schimmel: het huis is onrein.

45. Het huis moet afgebroken worden, met alle stenen, alle planken en alle klei van dat huis. Alles moet buiten de stad op een speciale, onreine plaats worden weggegooid.

46. Als iemand het huis ingaat in de tijd dat het was afgesloten, is hij tot de avond onrein.