BasisBijbel

Kolossenzen 3:11-25 BasisBijbel (BB)

11. Daarbij maakt het niet uit of je bij een niet-Joods volk hoort of bij het Joodse volk. Het maakt niet uit of je besneden bent of niet. Het maakt niet uit bij welk volk je hoort. Het maakt ook niet uit of je slaaf bent of vrij mens. Maar Christus is alles in iedereen, wie of wat je ook bent.

12. Jullie zijn door God uitgekozen. Jullie zijn van Hem en Hij houdt heel veel van jullie. Wees daarom zelf ook vol medelijden, goedheid, bescheidenheid, vriendelijkheid en geduld.

13. Wees verdraagzaam. Vergeef elkaar als je iets tegen elkaar hebt. Net zoals Christus jullie vergeven heeft, moeten jullie ook elkaar vergeven.

14. Wees vooral vol liefde. Want de liefde houdt alles met een volmaakte eenheid bij elkaar.

15. En laat de vrede van Christus in jullie hart regeren. Want dáárvoor zijn jullie geroepen, als leden van één lichaam. Wees ook dankbaar.

16. Zorg dat jullie vol zijn van het woord van Christus. Dan kunnen jullie elkaar met wijsheid leren en helpen. Dan zullen jullie met je hele hart de Heer danken met psalmen, lofliederen en liederen in talen van de Geest.

17. En alles wat jullie zeggen en doen, moeten jullie doen namens de Heer Jezus. Dank ook God de Vader door Hem.

18. Vrouwen, dien bescheiden en liefdevol je man, zoals dat past als je bij de Heer hoort.

19. Mannen, houd van je vrouw, en wees niet hard en liefdeloos tegen haar.

20. Kinderen, wees in alles gehoorzaam aan je ouders, want daar is de Heer blij mee.

21. Vaders, prikkel je kinderen niet [ door veel kritiek en weinig lof ], want dan worden ze moedeloos en boos.

22. Slaven, gehoorzaam je meesters in alles. Werk niet alleen goed om een goede indruk op hen te maken. Maar doe je werk goed omdat jullie ontzag voor de Heer hebben en Hem willen gehoorzamen.

23. Wat je ook doet, doe het met je hele hart, alsof je het voor de Heer doet en niet voor mensen.

24. Onthoud dat God je er als beloning zijn erfenis voor zal geven. Want je werkelijke Meester is Christus.

25. Iedereen die slechte dingen doet, zal daarvoor ook gestraft worden. Of hij meester is of slaaf maakt voor God niet uit. (lees verder)