BasisBijbel

Klaagliederen 4:1-7 BasisBijbel (BB)

1. Het goud is dof geworden.Dat prachtige goud glanst helemaal niet meer.De stenen van de tempel liggen door de hele stad verspreid.

2. De bewoners van Jeruzalem,ooit kostbaarder dan zuiver goud,worden zo ruw behandeld als goedkope kruiken van een pottenbakker.

3. Jakhalzen voeden hun jongen aan de borst.Maar mijn volk kijkt niet naar zijn kinderen om,zoals struisvogels in de woestijn.

4. Baby's verdrogen van de dorst.Kinderen vragen hun moeders om eten.Maar niemand geeft hun iets.

5. Mensen die gewend waren aan heerlijke maaltijden,sterven nu op straat van de honger. Wie eerst dure kleren droegen, zoeken nu eten tussen het afval.

6. Want mijn volk deed slechtere dingen dan Sodom.En Sodom werd daarvoor in één ogenblik vernietigd,maar niet door mensen.

7. De rijke mensen van mijn volk zagen er ooit prachtig uit.Hun huid blanker dan melk,hun wangen blozend als robijnen,hun kleding mooier dan edelstenen.