BasisBijbel

Klaagliederen 3:8-20 BasisBijbel (BB)

8. Ik schreeuw tot Hem om hulp, maar Hij luistert niet naar mij.

9. Ik kan geen kant meer op, want Hij verspert mij de weg.

10. Hij loert op mij als een beer, besluipt mij als een leeuw.

11. Ik kan niet aan Hem ontsnappen. Ik ben volkomen machteloos.

12. Hij spant zijn boog en richt zijn pijl op mij.

13. Zijn pijlen hebben mij doorboord.

14. Mijn volk zingt alle dagen spotliedjes over mij.

15. De Heer geeft me bittere kruiden te eten en bittere gal te drinken.

16. Hij laat me mijn tanden stukbijten op kiezelstenen en drukt mijn gezicht in het stof.

17. Ik weet niet meer wat geluk is. Al het goede ben ik vergeten.

18. Ik heb geen kracht meer. Alleen de Heer kan mij nog helpen.

19. Heer, denk alstublieft aan mijn ellende, aan mijn eenzaamheid!

20. Steeds als ik zo denk, word ik heel verdrietig.