BasisBijbel

Klaagliederen 1:13-22 BasisBijbel (BB)

13. Hij liet vuur uit de hemel komen.Het verbrandde me tot op het bot.Hij zette een val voor mij op.Hij bedreigde me.De hele dag ben ik ziek en ellendig.

14. Mijn ongehoorzaamheid drukt als een zware last op mij.De Heer straft me er zwaar voor.Ik heb geen kracht meer over. De Heer heeft me in de macht van mijn vijanden gegeven.Ze hebben mij overwonnen.

15. Mijn hele leger is gedood.De Heer bepaalde de dag dat dat zou gebeuren.Hij vertrapte mijn bewoners,zoals druiven in de druivenpers worden vertrapt.

16. Daarom huil ik.De tranen stromen over mijn gezicht.Niemand komt mij troosten.Niemand kan mij helpen.Mijn bewoners zijn verbijsterd.De vijand is zó machtig!"

17. Jeruzalem strekt haar handen uit.Maar niemand komt haar troosten.De Heer riep de buurlanden van zijn volk opom Jeruzalem te komen vernietigen.Niemand wil nog iets met haar te maken hebben.

18. [ Jeruzalem zegt: ] "Maar de Heer had gelijk.Want ik heb niet naar Hem willen luisteren.Volken, kijk toch eens hoe ellendig ik eraan toe ben.Al mijn bewoners, mannen en vrouwen, zijn gevangen meegenomen.

19. Ik heb mijn vrienden om hulp geroepen.Maar ze bedrogen mij en kwamen me niet helpen.Mijn priesters en mijn leiders zijn in de stad gestorvendoordat er niets meer te eten was.

20. Heer, ik ben zo bang!Ik heb geen rust. Mijn hart bonkt in mijn binnenste.Ik ben U heel erg ongehoorzaam geweest.[ Nu heerst overal de dood. ]Op straat zijn de mensen gedood door het zwaard.In huis sterven de mensen aan de pest.

21. De mensen horen mij zuchten van ellende.Maar niemand komt mij troosten.De vijanden die horen hoe het met mij afgelopen is,zijn blij dat U dit heeft gedaan.Ze zijn blij dat U heeft gedaan wat U over mij gezegd had.Maar op een dag zullen ze net zo verwoest worden als ik!

22. Heer, vergeet niet hoe slecht ze zijn!Straf hen zoals U mij heeft gestraft voor mijn ongehoorzaamheid.Ik zucht en huil en voel me ziek van ellende."